Praktijkgegevens

Hart- en vaatziekten


Hart- en vaatziekten zijn de meest voorkomende ziekten in Nederland. Het gaat daarbij om ziekten als angina pectoris, hartinfarct, beroerte en perifeer vaatlijden (in de benen).
Een derde van de sterfgevallen wordt veroorzaakt door deze ziekten. De meeste hart- en vaatziekten ontstaan door het dichtslibben van slagaders als gevolg van slagaderverkalking (atherosclerose). Deze verkalking beschadigt de vaatwand zodat zich daarop gemakkelijk vetten en cholesterol ontstaan. De bloedvaten vernauwen zich langzaam en kunnen dichtslibben. Als een stukje bloedstolsel loslaat, kan dit door de bloedstroom worden meegevoerd, in een kleiner bloedvat vastlopen en het bloedvat afsluiten. Hierdoor krijgen de achterliggende organen, bijvoorbeeld het hart of de hersenen, te weinig of helemaal geen bloed meer. Een hart- en vaatziekte kan dan het gevolg zijn.


Wat is HVZ en VVR?
Het opsporen en behandelen van risicofactoren voor hart- en vaatziekten wordt aangeduid met de term HVZ (hart en vaatziekten) en VVR (verhoogd vasculair risico). De landelijke richtlijn hierover voor zorgaanbieders vermeldt welke patiënten onderzocht zouden moeten worden op een verhoogd cardiovasculair risico, welke patiënten in aanmerking komen voor behandeling en waar deze uit kan bestaan. Bij de behandeling hoort ook de begeleiding om een gezonde leefstijl te bevorderen.


Zorgaanbieders
Het verlagen van hart- en vaatziekten is teamwerk. Voor de behandeling van verhoogd risico op hart- en vaatziekten bezoekt uw regelmatig uw huisarts, praktijkondersteuner en eventueel diëtist. Uw huisarts is medisch eindverantwoordelijk voor uw behandeling. Andere zorgaanbieders waar u mee te maken kunt krijgen zijn de praktijkondersteuner, diëtist, cardioloog, internist, nefroloog en apotheker.